Met het pijltje hier direct rechts boven ga je naar het volgende sonnet.
Wil je direct naar een bepaald sonnet?
Ga dan naar de reeks nummers onderaan de pagina.
Dit zijn links naar de sonnetten in kwestie.
Kies daar welk sonnet je wilt lezen.
Ditmaal wordt u een sonnet voorgeschoteld in drie versies. De sonnetten van Shakespeare zijn in 1993 verschenen bij Van Oorschot in een vertaling met commentaren van Peter Verstegen. In de nieuwe vertaling van Peter Verstegen is ernaar gestreefd de expressieve kracht en klankrijkdom van het origineel weer te geven in een verstaanbaar, tegen snelle veroudering bestand Nederlands, zo staat te lezen op de achterflap van de vierde druk. Frits had dit doel absoluut niet. Hij wilde tot de kern van de tekst doordringen. Ik vond het interessant beide vertalingen het origineel te laten flankeren.
Overigens had mijn vader, zo vertelde hij mij ongeveer een week voor zijn sterven, de sonnetten nogal teleurstellend gevonden. Hij was aan de klus begonnen omdat hij zeer gesteld was op Shakespeare's toneelwerk; de sonnetten begreep hij niet goed, dus het leek hem een goed idee er eens stevig in te duiken. Toen hij klaar was, voelde hij zich enigszins bekocht door wat hij ervoer als in fraaie taal vervatte gevoelsarmoede.
Peter Verstegen |
Shakespeare |
Frits |
---|---|---|
Maar als je 't ergste doet en mij verlaat, Dan nog ben je mij levenslang gegeven, Omdat mijn leven pas door jou bestaat, Vergaat ook met jouw liefde pas mijn leven. De ergste wreedheid hoef ik niet te vrezen Als reeds het minste kwaad mijn einde brengt, Mij kon een beter lot beschoren wezen Dan wat afhangt van jouw temperament. Je kwelt mij niet met wisselvalligheid, Want om jouw willekeur draait mijn bestaan; Welk een blij voorrecht wordt mij zo bereid, Blij met je liefde, blij om dood te gaan! Maar welk geluk is ooit van smetten vrij? Misschien, al weet ik 't niet, verraad je mij. |
But do thy worst to steal thyself away, For term of life thou art assured mine; And life no longer than thy love will stay, For it depends upon that love of thine. Then need I not to fear the worst of wrongs, When in the least of them my life hath end. I see a better state to me belongs Than that which on thy humour doth depend: Thou canst not vex me with inconstant mind, Since that my life on the revolt doth lie. O! What a happy title do I find, Happy to have thy love, happy to die: But what's so blessed-fair that fears no blot? Thou may'st be false, and yet I know it not. |
Maar doe zo gemeen als je kunt en ontsteel jezelf aan mij, Want je bent levenslang verzekerd als de mijne; En het leven zal niet langer duren dan je liefde, Want het hangt af van die liefde van jou. Dan hoef ik niet het allerergste te vrezen, Wanneer in het minst erge mijn leven z'n einde vindt. Ik zie dat een betere situatie mij toekomt Dan die welke van jouw stemming afhangt: Je kunt mij niet kwellen met je ontrouw gemoed, Aangezien mijn leven berust op jouw gedraai. O! Wat vind ik een gelukkig voorrecht Gelukkig je liefde te bezitten, gelukkig te sterven: Maar wat is zo geweldig schoon dat het geen smet vreest? Je kunt vals wezen, en toch weet ik het niet. |