Met het pijltje hier direct rechts boven ga je naar het volgende gedicht.
Wil je direct naar een bepaald gedicht?
Ga dan naar de reeks nummers onderaan de pagina.
Dit zijn links naar de gedichten in kwestie.
Kies daar welk gedicht je wilt lezen.
IX Le mauvais moineLes cloîtres anciens sur leurs grandes muraillesEtalaient en tableaux la sainte Vérité, Dont l'effet, réchauffant les pieuses entrailles, Tempérait la froideur de leur austérité. En ces temps où du Christ florissaient les semailles, Plus d'un illustre moine, aujourd'hui peu cité, Prenant pour atelier le champ des funérailles, Glorifiait la Mort avec simplicité. - Mon âme est un tombeau que, mauvais cénobite, Depuis l'éternité je parcours et j'habite; Rien n'embellit les murs de ce cloître odieux. O moine fainéant! quand saurai-je donc faire Du spectacle vivant de ma triste misère Le travail de mes mains et l'amour de mes yeux? |
IX De slechte monnikDe oude kloosters vertoonden op grootse wandIn taferelen de heilige Waarheid. Het effect daarvan, verwarmend voor het vrome ingewand, Verminderde de kilte van hun gestrengheid. In die tijden, toen wat Christus gezaaid had in bloei stond, Heeft meer dan één illustere monnik, nu weinig genoemd, Die als atelier de dodenakker wel goed vond, De Dood in onnozelheid geroemd. - Mijn ziel is een graf dat, o slechte kloosterling, Ik van eeuwigheid doorwandel als m'n woning; Niets heeft de muren van dit gehate klooster fraai overtogen. O luie monnik! wanneer kan ik komen tot de creatie Van het levende schouwspel van mijn trieste situatie Als het werk van mijn handen en de lust van mijn ogen? |